Tijdens het meest gerse muziekfestival in Rotterdam stonden we ditmaal in het bibliotheektheater. Dat klinkt wel anders dan in een concertzaal waar een goede akoestiek is. Het is moeilijker zingen tussen alle gordijnen die het geluid opzuigen.
Met Annelies Prins als dirigent zongen we eerst, a capella, het mooie gebed Tebje Pojem van Bortnjanski.
Daarna, met Susan Ball achter een keyboard, brachten we de beroemde stukken O Signore en Va pensiero uit Verdi’s opera’s I Lombardi en Nabucco ten gehoren.
Verder weerklonk het leuke Bel conforto al mietitore en Che vuol dire uit L’elisir d’amore van Donizetti. Gounod kwam langs met zijn wals uit Faust. Donizetti liet nog een keer van zich horen met D’immenso giubilo uit Lucia di Lammermoor. Opeens stapte Rossini het podium op met zijn serene hemel uit Willem Tell en Pacini kwam met zijn citer en tuba behoorlijk wat geluid produceren. Kortom, het was een drukte van jewelste daar in dat theatertje. En van dit alles konden bezoekers later in de middag nogmaals genieten.
Akke van der Klein, alt 2